Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Bouilleurketel

betekenis & definitie

bestaat uit een grooten cylindrischen bovenketel, meestal voorzien van vlam- en steunpijpen, terwijl zich parallel daaronder twee ca. 900 mm wijde pijpen bevinden, bouilleurs genaamd, die door ca. 500 mm wijde pijpen met den bovenketel verbonden zijn. Onder de bouilleurs ligt het rooster; de rookgassen omspoelen eerst de bouilleurs, dan de zijkanten van den bovenketel en trekken door de vlam- en steunpijpen naar den schoorsteen.

De b. behoort tot de rubriek der grootwaterruimketels. → Olifantketel. Beukers.

< >