Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 20-03-2019

Bosio

betekenis & definitie

Bosio - 1° Antonio, Christelijk archeoloog; * ong. 1571 op Malta, † 1629 in Rome; wegens zijn baanbrekende onderzoekingen in de Catacomben de „Columbus der Catacomben” genoemd. Na zijn voorbereidende studies bij de Jezuïeten, werd hij advocaat en te Rome zaakgelastigde der Maltezerorde.

Na 1593 begonnen zijn gedegen onderzoekingen der Catacomben in verband met de geheele vroeg-Christelijke cultuur, vooral echter de literatuur. Van zijn rijk materiaal zag in „Roma sotterranea” slechts een deel het licht. Dit werk is van groote waarde om zijn topographische methode en om de vele door hem behandelde monumenten, die nu verloren zijn.

Voorn. werk: Roma sotterranea (1632 door Giov. Severano uitgegeven, 21650 verkort, 1651 in Lat. vertaling door Aringhi, 1688 Duitsche vert. door Arnheim). De illustraties zijn zeer gebrekkig. — Lit.: Wilpert, Die Katakombengemälde und ihre alten Kopien (1891); Dictionn. d’Archéol. Chrét. et de Lit. (II kol. 1084 vlg.).

2° François Joseph, Fransch beeldhouwer; * 1768 te Monaco, † 1845 te Parijs. Leerling van Pajou; vestigde zich na een Ital. reis in Parijs (1808). Het vrij levenlooze beeldhouwwerk van dezen „Franschen Canova” is nog op zijn best in de bustes, die gehouden zijn in Empire-stijl.

Lit.: Barbarin, Etude sur B. (Monaco 1910).

Knipping.

< >