Borstelwormen - Chaetopoda, onderklasse der ringwormen. Het lichaam is rond, langgerekt, gesegmenteerd; de tusschenschotten zetten zich voort in de lichaamsholte, die daardoor in kamertjes is verdeeld.
De huid draagt borstels, groepjes van stijve haren, die door afzonderlijke spieren worden bewogen. Deze zijn sterk ontwikkeld en talrijk bij de Polychaeten of veelborsteligen, waartoe behooren de zeepier en het goudkammetje, aan de kust gevonden, en de zeemuis, die in dieper water leeft, maar ook nog al eens aanspoelt. Minder en korter borstels vindt men bij den regenworm (groep der Oligochaeten of weinigborsteligen), waar zij bij het kruipen verhinderen, dat het lichaam terugglijdt.
M. Bruna.