Boris goedoenow - tsaar van Rusland, * 1551, † 1605; had reeds de macht in handen tijdens de regeering van zijn zwakzinnigen zwager Feodor I, den zoon van Iwan IV den Verschrikkelijken, die kinderloos was. Feodor’s broeder Demetrius stierf plotseling in 1591 onder zeer verdachte omstandigheden, welke zich tegen Boris richtten, hoezeer deze den naam had bekwaam en rechtschapen te zijn.
Na Feodor’s dood in 1598 liet Boris zich den tsarentitel opdragen volgens den uitdrukkelijken wil zijner onderdanen en regeerde met veel talent en beloften voor de toekomst, maar toen rampen zijn rijk overvielen, rees er ontevredenheid tegen hem en verhief zich plotseling een avonturier als de in 1591 verdwenen Demetrius „de valsche Demetrius”. Deze geheimzinnige persoon werd in Polen Katholiek, beloofde uitdrukkelijk medewerking tot de hereeniging der Kerken en kreeg daardoor steun van het Poolsche koninkrijk en van den pauselijken nuntius te Warschau. Hij kreeg veel aanhang in Rusland en temidden der ontstane verwarring; stierf plotseling tsaar Boris op 13 April 1605. Zijn zoon Feodor II volgde hem op, maar werd reeds op 10 Juni 1605 vermoord.
Lit.: Kliutschewsky, Geschichte Russlands (III 1923); Pastor, Gesch. der Papste (XI en XII 1927); B. Raptschinsky, Geschiedenis v. h. Russische volk (I 1929).
v. Gorkom.
M. Moessorgskij heeft een opera over B. G. gecomponeerd.