Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 20-03-2019

Bohn

betekenis & definitie

Bohn - 1° Emil, Duitsch organist en musicoloog, * 14 Jan. 1839, ✝ 5 Juli 1909. Als organist bekend om zijn historische concerten, als musicoloog om zijn zeer verdienstelijke catalogi van muzikale handschriften uit de 16e en 17e eeuw.

Werd in 1892 eerelid van de Vereeniging voor Noord-Nederlands Muziekgeschiedenis te Amsterdam. Reeser.

2° Henry George, Eng. uitgever, wiens vader uit Munster in Westfalen afkomstig was. * 1796, ✝ 1884. Heeft zich verdienstelijk gemaakt door goedkoope uitgaven in series of „bibliotheken”. Hij begon de Standard Library in 1846, de Scientific en de Antiquarian in 1847, de Classical in 1848, de Illustrated in 1849, de Shilling in 1850, de Ecclesiastical in 1861, de Philological in 1852, en de British Classics in 1853. In deze series werden meer dan 600 boeken gedrukt. In 1864 deed hij al zijn rechten op deze series over aan de firma Bell; maar tot het einde van zijn leven bleef hij onvermoeid boekenverzamelaar, compilator, bibliograaf en actief deskundige in boeken bibliotheekwezen.

Lit.: T. F. Henderson in Dict. of Nat. Biogr. (1885, 1908).

3° Peter, Duitsch musicoloog, * 22 Nov. 1833, ✝ 11 Juni 1925. Specialist op het gebied der middeleeuwsche muziektheorie en van het Gregoriaansch. Gaf vertalingen uit van tractaten van Franco (1880), Odo van Clugny (1880), het Dodecachordon van Glareanus (1888—’89) en van een fragment uit Mocquereau’s Paleographie musicale. Reeser

< >