Boerhaave - Herman, hoogleeraar in de geneeskunde te Leiden. Had zijn roem te danken aan zijn veel omvattende kennis en paarde aan zijn scherp critisch verstand, groote goedheid en zuiver karakter.
Men bezag hem in zijn tijd als een systematicus, thans geldt hij als een eclecticus. In zijn ziekteleer was hij mechanistisch en chemisch: als ziekteoorzaken beschouwde hij mechanische storingen der vaste deelen, en bewegingsstoornissen en chemische veranderingen der lichaamssappen. Echter stelde hij overal de practijk boven de theorie; zijn blijvende roem ligt daarom in zijn beschrijving van ziektegevallen, waarin hij een der grootsten is. Hij muntte uit door zijn onderwijs aan het ziekbed; de helft zijner leerlingen waren buitenlanders.
Zijn klinische methode werd door zijn leerlingen naar Edinburgh, Weenen en Rome overgebracht. Theoretisch heeft hij geen vooruitgang gebracht. Typeerend voor zijn beroemdheid in die dagen zijn de volgende anecdoten: een brief uit China, die als adres slechts: „Aan Boerhaave in Europa” vermeldde, bereikte behoorlijk zijn bestemming. Toen Peter de Groote van Rusland B. eens bezocht, kon hij hem eerst na twee uur wachten te spreken krijgen. * 31 Dec. 1668 te Voorhout, ✝ 23 Sept. 1738 te Leiden, zoon van een predikant, studeerde aan de Leidsche academie in de godgeleerdheid en de wijsbegeerte, werd in 1689 doctor in de wijsbegeerte, promoveerde in 1693 te Harderwijk in de geneeskunde, 1701 lector, 1709 hoogleeraar te Leiden, eveneens in schei- en plantkunde.
Beroemdste werken: Inslitutioncs; Aphorismi.
L i t.: G. C. Nijhoff, Schets v. h. leven en de physiologie van Boerhaave (1881); Diss. B. W. Th. Nuyens (Annalen 1910 der Kath. Wetensch. Ver.); J. V. de Groot, Denkers over ziel en leven (1917).
Schlichting.