Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 20-03-2019

Boens

betekenis & definitie

Boens - Daan, Vlaamsch letterkundige en journalist; * 4 Juni 1893 te Oostende. Na twee bundels oorlogspoëzie, waarin hij pakkend en ongekunsteld den oorlog en het soldatenleven beschrijft en zijn afschuw uitschreeuwt, sociale en humanitaire gedichten met socialistische strekking.

Ook twee tooneelstukken, hartstochtelijk en innelijk bewogen, ondanks willekeurigen bouw en literatuur.

Werken. Poëzie: Van Glorie en Lijden (1917); Menschen in de Grachten (1918); De Schoone Reis (1927); De Late Passagier (1929). — Tooneel: De Man die zijn vrouw verkocht (1930); De Keizer van den Archipel (1931).

< >