Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 20-03-2019

Bloer

betekenis & definitie

Bloer - Joannes Henricus van, aartspriester. 1727 te Tongeren, ♱ 12 April 1804 te Lier. Hij studeerde te Leuven, werd kanunnik van het kathedraal kapittel te Antwerpen, hoogleeraar en later president van het daar bestaande seminarie.

In 1791 tot aartspriester benoemd, is hij in 1794 en opnieuw in 1798 tot vicaris-generaal gekozen. Door de Franschen verjaagd, was hij een poos voortvluchtig en woonde later te Lier. Op 17 November 1794 heeft men hem als gijzelaar naar het fort van Escarpe gevoerd,waar hij zeven en tachtig dagen gevangen bleef.

L i t.: J. B. Krüger, Kerkelijke gesch. van het bisdom van Breda (II 1874, 315). Knippenberg.

< >