Bloedtransfusie - de overbrenging van bloed van mensch op mensch. Reeds in vroeger tijden trachtte men bij patiënten, die een belangrijk tekort aan bloed hadden, bloed toe te voeren.
Zoo bracht men bloed over van dieren en verbond hiertoe de slagader van het dier door middel van een ivoren buisje met de ader van den patiënt. Later werd van mensch op mensch bloed overgebracht. De omstandigheid echter, dat na b. niet zelden ernstige stoornissen optraden, maakte, dat deze geneesmethode spoedig weer werd verlaten. Dank zij de onderzoekingen van Landsteiner is het thans mogelijk de gevaarlijke gevolgen goeddeels te voorkomen. Landsteiner vond, dat, wanneer de bloedvloeistof van een bepaald persoon wordt samengebracht met de roode bloedlichaampjes van een andere, in een aantal gevallen deze bloedlichaampjes gaan samenklonteren (agglutineeren), en de roode kleurstof uit de lichaampjes treedt (haemolyse). De ernstige verschijnselen, die soms na b. optraden, konden uit deze haemolyse worden verklaard.
Het bleek nu, dat de menschen in vier groepen te verdeelen waren al naargelang het agglutineerend (samenklonterend) vermogen hunner roode bloedlichaampjes (bloedgroepen). Wanneer het bloed van twee patiënten uit dezelfde bloedgroep wordt samengebracht, treedt geen agglutinatie op. De patiënt kan dus zonder schade bloed ontvangen van personen, die tot zijn eigen bloedgroep behooren. Ook van personen uit andere bloedgroepen kan men dikwerf het bloed benutten.
Dit wordt het duidelijkst geïllustreerd uit bijgaande figuur , waarin de cijfers aangeven de nummers der vier bloedgroepen, terwijl het pijltje verwijst naar de groep(en) waaraan bloed kan worden geschonken. Wanneer men nu in het bezit is van bloedvloeistof van personen, die tot groep 2 behooren en tevens vloeistof van groep 3, dan is het mogelijk van den patiënt, die het bloed noodig heeft, de bloedgroep te bepalen. Wanneer men bijv. ziet, dat de bloedlichaampjes van den patiënt, bij serum 2 gebracht, samenklonteren, bij serum 3 echter niet, dan volgt uit de gegeven teekening, dat de patiënt tot bloedgroep 3 behoort.
Voor spoedeischende gevallen is het van belang regelmatig de beschikking te hebben over personen, die tot de verschillende bloedgroepen behooren. Zoo bezitten verschillende steden een bloedtransfusiedienst. Bij deze diensten sluiten zich aan diegenen, die in voorkomende gevallen bloed willen afstaan. Voordat de gever geschikt wordt bevonden, wordt nagegaan of deze met zijn bloed geen besmettelijke ziekten kan overbrengen. In duizenden gevallen is gebleken, dat het geven van bloed — een dikwerf levenreddend offer — bij gezonden niet de minste schadelijke gevolgen met zich brengt.
Gedurende het geheele leven blijft de mensch dezelfde bloedgroep behouden. Het is gebleken, dat de groepen volgens de wet van Mendel overerven. De bloedgroepen zijn ongelijk over de verschillende streken der aarde verdeeld. Het schijnt dat er geen samenhang bestaat tusschen bloedgroep en bepaalde ziekten.
Wel heeft men gevonden, dat wanneer een bepaalde ziekte veelvuldig in een familie voorkomt, vooral die personen er aan lijden, die tot eenzelfde bloedgroep behooren. Het onderzoek der bloedgroep kan verder van eenige beteekenis zijn voor het onderzoek naar het vaderschap en de identificatie van bloedvlekken bij moordaanslagen. v. Balen.