Blemmydes - Nicephorus, Byzantijnsch geleerde 13e eeuw; * ca. 1198 in Konstantinopel, dat hij na de verovering door de Kruisvaarders verliet, † ca. 1272. Zijn opleiding genoot hij in Klein-Azië, werd te Nicea opgenomen in den uitgeweken clerus van Konstantinopel, stond in aanzien bij het hof en werd leeraar van den lateren keizer Theodorus II Lascaris.
Later stichtte hij een klooster bij Ephese, dat hij bleef besturen. In 1255 werd hem de patriarchale waardigheid aangeboden, die hij echter afwees. Van belang is vooral zijn houding in de hereenigingskwestie. Hij nam een tusschen positie in tusschen voor- en tegenstanders der unie.
Ofschoon hij vijandig bleef staan tegenover de Latijnen, verdedigde hij in twee geschriften het Filioque (de H. Geest komt uit Vader én Zoon voort). Daardoor heeft hij den lateren voorstander der unie Johannes Beccos beïnvloed. Naast deze twee werken schreef hij een Psalmcommentaar, een lofprijzing van den evangelist Joannes en een typicon of regel voor zijn klooster. Verder twee geographische werken, twee autobiographieën (zeer ijdel, maar belangrijk voor de geschiedenis van zijn tijd), een vorstenspiegel voor Theodorus Lascaris en enkele gedichten.
Lit.: Krumbacher, Gesch. der byzantin. Literatur (21897); Lexikon f. Theol. u Kirche (II 1931, 394 vlg.).
Franses.