Blauwraaf - (Cyanocorax Boie) is de naam van een Midden- en Zuid-Amerikaansch ravengeslacht. De snavel is ongeveer zoo lang als de kop of iets korter, sterk, recht, aan de basis door borstels omgeven.
De pooten zijn tamelijk sterk, hoog. De vleugels zijn kort, waarvan de vijfde en zesde slagpen de punt vormen. De staart is vrij lang en zwak afgerond. De voorhoofdsveeren zijn stijf en omhooggericht. De schedel draagt eene meer of minder duidelijke kap.
In gevangenschap worden de blauwraven spoedig mak en gedragen zich als onze kauwen of eksters. In vrijheid eten zij bij voorkeur insecten, maar ook allerlei kleine zoogdieren, vogels, kruipende dieren; in gevangenschap zijn zij tevreden met alles, wat men hun biedt. In Brazilië leeft de kapdragende blauwraaf, C. chrysops Viell., met een lichtblauwen hals en een wit onderlijf. De kap, borst, rug en de staart aan de basis zijn koolzwart. Boven en onder ieder oog is een breede, halfmaanvormige, hemelsblauwe vlek.
Keer.