Blauwkous - (Fransch: bas-bleu; Duitsch: Blaustrumpf) is de vertaling van het Engelsche bluestocking, en is sinds 1800 een spotnaam voor vrouwen, die voor ontwikkeld en beschaafd willen doorgaan, meer dan ze in werkelijkheid zijn of naar de eischen van den tijd behoeven te zijn, doch raakt bij de tegenwoordige emancipatie in onbruik. In Engeland ontstonden in het midden van de 18e eeuw geleerde vrouwen-gezelschappen, waarin het kaarten tegen den goeden toon was en uitsluitend geestrijke conversatie ertoe behoorde.
In een van zulke gezelschappen (van mrs. Elizabeth Montagu, enz.) verscheen ook een mannelijke geleerde, Benjamin Stillingfleet, die zich vreemd uitdoste en blauwe kousen droeg. De Engelsche admiraal Edward Boscawen noemde dergelijke bijeenkomsten daarnaar: „Blauwkous-gezelschappen”.
Opgemerkt dient nog te worden, dat er een andere lezing bestaat, waarin de dochter van mrs. Montagu meer de vrouwenmode tot haar recht doet komene de blauwe kous zou nl. de nieuwste Parijsche mod; geweest zijn; en tenslotte, dat in de klucht van Kees Louwen (1667) al een „Juffrou Blaeu-kous” voorkomt, die wonden geneest en een kletskous is. De beteekenissen van blauw als „slecht, schraal, kaal, onbeteekenend, slap, flauw, laf, verlegen, bedrieglijk” kunnen tot deze kleurenkeus geleid hebben; en de latere Engelsche beteekenis, die pas naderhand verslechterde, viel dus in niet onvoorbereiden bodem. Brouwer.