Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 20-03-2019

Blangbangan (java)

betekenis & definitie

Blangbangan (java) - thans de naam van den uitersten Z.O. hoek van Java. Vroeger was het de naam van het geheele verre Oosten van Java, toen daar, vooral na den val van het rijk van Modjo-Pait, het Hindoeïsme zijn nabloei beleefde.

In den Damar-Woelan-roman is B. het rijk van Ménak-Djinggo, den rooden ridder, uit een hond ontstaan, die de maagdelijke vorstin van Modjo-Pait belaagde, maar door Damar-Woelan verslagen werd. In B. speelt ook het verhaal van SriTandjoeng, de prinses van Banjoe-Wangi. Nadat B. in de 16e eeuw herhaaldelijk, met afwisselend succes, oorlogen met Bali gevoerd had, kreeg het in de 17e eeuw te doen met Mataram, welks troepen er in den oorlog van 1637—’39 verschrikkelijk huishielden en een goed deel van de bevolking naar Mataram deporteerden. De laatste vorst werd in 1697 verjaagd door Soerapati. zie Java (Geschiedenis; Javaansche literatuur). Berg.

< >