Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 20-03-2019

Bissing

betekenis & definitie

Bissing - 1°Friedr. W., Freiherr von, Duitsch Egyptoloog, * 1873, 1906—’22 prof. te München, 1922—’26 te Utrecht; vooral bekend door zijn studies over Egypt. kunst.

2°Moritz Ferdinand von, Duitsch generaal, * 30 Jan. 1844 te Bellmansdorf, ✝ 18 April 1917 te Brussel. Tijdens den Fransch-Duitschen Oorlog (1870—1871) cavallerie-officier, daarna generaal; in Nov. 1914 benoemd tot gouverneur-generaal van België, trad hij op voor Vlaamsch Separatisme, en vervlaamschte hij de Gentsche Universiteit. In December 1916 begon, naar het schijnt tegen den zin van v. B., de deportatie van de Belgische werkeloozen, die de algemeene verontwaardiging uitlokte in het buitenland, vooral van den paus; in België zelf teekenden de bisschoppen, onder leiding van kardinaal Mercier, er hevig protest tegen aan, niet zonder succes, daar de deportatie ophield in 1917. In zijn politiek Testament heeft v. B., als pangermanist, de noodzakelijkheid verdedigd, België militair en economisch aan Duitschland te verbinden, o.m. door annexatie der Vlaamsche kust, en de Vlaamsche Beweging door alle middelen te steunen.

Werken: Ausbildung, Führung und Verwendung der Reiterei (1905); zijn „Testament” in het tijdschrift „Das grosze Deutschland” (nr. 20, 1917). — Lit.: F. Passelecq, Les Déportations belges (Parijs 1917); Brand Whitlock, La Belgique sous l’occupation allemande (Parijs 1922); lit. volledig in Revue belge des Livres, Documents et Archives de la guerre 1914—1918 (4e Série, 1927—’28).

Cosemans.

< >