Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 20-03-2019

Bisschopslijsten

betekenis & definitie

Bisschopslijsten - Al spoedig kwam men er toe, lijsten aan te leggen van de bisschoppen der voornaamste zetels. Dat Hegesippus ca. 160 in Rome een lijst der bisschoppen sinds Petrus of Linus zou hebben opgemaakt, wordt door Katholieken veelal aangenomen, door anderen ontkend.

Irenaeus geeft na 180 de lijst der bisschoppen van Rome, maar alleen de namen en soms enkele bijzonderheden. De chronologiseering (dateering en vermelding van ambtsduur) begint pas met Sextus zie Iulius Africanus. Zijn chronologie is voor de eerste eeuw (tot ca. 170) schematisch (alle regeeren ongeveer even lang) en daarom onbetrouwbaar. Vast staan de namen en hun opvolging, dateering en amtbsduur is onzeker, afgezien van enkele vaste datums zooals 96 voor Clemens I. Eusebius van Caesarea benutte het werk van Africanus en gaf lijsten der bisschoppen van Rome en andere voorname zetels in zijn Kroniek en zijn Kerkgeschiedenis met onderling afwijkende datums.

Vanaf het midden der derde eeuw heeft men voor Rome voldoende zekerheid. Vergelijk hiervoor verder zie Catalogus Liberianus en Liber Pontificalis. Latere lijsten, die veelal nauwkeuriger wilden dateeren dan Eusebius, zijn voor de eerste eeuwen geheel onbetrouwbaar.

Ook voor andere zetels dan Rome en de groote patriarchaten van het Oosten (Alexandrië, Antiochië, Jerusalem, Constantinopel) werden lijsten aangelegd, waarvan ons vooral die der Gallische bisschoppen interesseeren, verzameld en critisch besproken door Duchesne.

Lit.: Gams, Series episcoporum ecclesiae catholicae (1873, met supplementen van 1879 en ’86); Duchesne, Fastes épiscopaux de l'ancienne Gaule (3 dln. 1907— 1915); Lanzoni, Le origini delle diocesi antiche d’Italia (1923); E. Caspar, Die älteste römische Bischofsliste (1926). Dit laatste is zeer critisch. Ten onrechte meent Caspar te kunnen bewijzen, dat de personen der lijst van Irenaeus vóór midden tweede eeuw geen ambtsdragers waren, geen monarchische bisschoppen, doch enkel dragers der leertraditie.

Franses.

< >