Bindmiddelen - in de schildertechniek. Tot de voornaamste bindmiddelen is lijnolie te achten, die dan ook sedert de toepassing der olieverfschilderkunst een zeer belangrijke rol heeft gespeeld.
Ten onrechte worden de gebroeders van Eyck als de uitvinders van de olieverf aangewezen. Onderzoekingen in de laatste decennia hebben vastgesteld, dat reeds vóór hen enkele kunstenaars zich van olie als bindmiddel hebben bediend. Wel kan met stelligheid worden verklaard, dat de gebroeders van Eyck de olieverf zeer hebben volmaakt en haar voortreffelijk hebben toegepast. Het is tot heden een onuitgemaakte zaak, hoe zij precies hun verven hebben bereid, en evenzeer is het niet genoegzaam bekend, welke middelen hun voorgangers daartoe aanwendden.
Wel weten wij, dat latere kunstenaars, naast de lijnolie, ook papaverolie gebruikten, meer speciaal in het wit, omdat papaverolie minder vergeelt in den loop der tijden dan lijnolie. Terpentijnolie schijnt ook door sommige schilders gebruikt te zijn. Terpentijnolie heeft het nadeel, dat zij bij het opdrogen dof wordt en ook, dat zij zich vereenigt met de later op het schilderij aangebrachte vernissen.
Lijm, Arabische gom en dergelijke preparaten worden gebruikt voor het maken van décors, enz., kortom voor zaken, die spoedig gereed moeten zijn en een tijdelijk karakter dragen. Lijm droogt snel, doch krimpt en barst, siccatieven kunnen beter als droogmiddelen beschouwd worden, welke in den regel, ter bevordering in het snelle drogen, slechts toegevoegd worden. Naast deze middelen zijn er nog tal van andere in gebruik geweest, die in de practijk niet bleken te voldoen. Het onderzoek naar de bindmiddelen door de oude meesters gebruikt, verkeert nog slechts in een beginstadium. Een volledig overzicht is daarom niet te geven.