Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 20-03-2019

Biber

betekenis & definitie

Biber - Heinrich Ignaz Franz von, vioolvirtuoos,* 1644 te Wartenberg in Bohemen, ✝ 1704 te Salzburg. Tot 1670 musicus te Olmütz; vanaf 1673 te Salzburg, in 1680 onderkapelmeester, 1684 kapelmeester.

In 1690 door keizer Leopold I in den adelstand verheven. Men vindt in zijn werken veelvuldig dubbelgrepen en scordatura. B. behoort tot de belangrijkste instrumentalisten van zijn tijd, wiens werken, niettegenstaande de Ital. invloeden, een persoonlijke, Duitsche stijl kenmerkt.

Werken: in Riemann’s Musiklex., sub H. Biber. — Lit.: Paul Nettl, H.I.F. von B. (1926). Piscaer.

< >