Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 20-03-2019

Bewegingsstudie

betekenis & definitie

Bewegingsstudie - (psychologisch). Met behulp van photographische opname, stereo-opname, lichtspooropname en lichtcurven heeft men de bewegingen van menschen en dieren bestudeerd. Deze onderzoekingen dragen den naam van bewegingsstudies.

Zij zijn veelal toegepast op het gebied van het bedrijfsleven, alwaar de mechaniseering van den arbeid een nauwkeurige analyse van de handelingen noodzakelijk maakte. Bij het uitvoeren van een beweging kan deze van het standpunt der structuur bezien min of meer vrij, d.w.z. op verschillende wijze, worden verricht. De bewegingsvormen zijn deels begrensd door den aard van het lichamelijk organisme, deels gedifferentieerd door de constitutioneele verschillen der individuen. Ingenieur Gilbreth stelde de theorie op van de „eene beste beweging” en meende aldus te kunnen komen tot de uniforme mechaniseering van menschelijke bewegingen. Alleen wat den uiterlijken vorm betreft heeft men tot heden voor enkele typische hand- en armbewegingen objectieve normen gevonden.

De resultaten der b. worden vooral aangewend bij het samenstellen van leermethoden, tot bepalen van beroepstypologie en de rationaliseering van werkplaatsen. Betreffende deze rationaliseering kan men een onderscheid maken tusschen twee toepassingsvormen: de wijziging van de bewegingsvormen van den arbeider en de wijziging van de omstandigheden (machines en omgeving), zoodat deze meer worden aangepast aan de bewegings-wetmatigheden van den mensch.

Tenslotte maakt men gebruik van b. om het vraagstuk van de vermoeidheid in het bedrijf te kunnen bestudeeren. Men dient dan de b. te combineeren met andere onderzoekingsmethoden.

Lit.: F. H. Lewy, Tonus und Bewegung.

de Quay.

Bedrijfseconomisch is bewegingsstudie het bestudeeren der bewegingen, welke worden verricht voor een bepaalden arbeid. Men onderscheidt in de b. drie stadia:

1° nauwkeurige arbeidsanalyse. Deze bestaat hierin, dat men de arbeidsverrichting ontleedt in haar samenstellende deelen. Bijv. het met de hand verpakken van een pond zelfrijzend meel in een carton met binnenbuil. Dit is te ontleden als volgt:
a) een binnenbuil nemen;
b. den buil open maken;
c) meel inscheppen;
d) den buil op de weegschaal zetten;
e) afwegen op juist gewicht;
f) buil van weegschaal nemen;
g) meel aanstampen door met buil enkele malen op tafel te tikken;
h) uiteinde buil dichtvouwen;
i) een carton nemen en open knijpen;
j) één uiteinde carton invouwen;
k) buil nemen en in carton schuiven;
l) ander uiteinde carton dichtvouwen;
m) pakje wegleggen.
2° Onderzoek van iedere deelbeweging met het oog op:
a) den persoon van den arbeider zelf (lichaamsbouw, behendigheid, vermoeidheid, voeding, temperament, enz.); bijv. voor de bewegingen a, b, h, j, l, heeft de arbeider te stijve en te dikke vingers, b) De omgeving, waarin en de omstandigheden waaronder gearbeid wordt (kleeding, verwarming, ventilatie, verlichting, gereedschappen, kwaliteit van materiaal, enz.). Bijv. binnenbuil is te breed, waardoor hij bij beweging k zeer vaak op scherpen hoek blijft haken en stuk springt, c) De andere deelbewegingen (logische volgorde, snelheid, combinatiemogelijkheid van bewegingen, splitsingsmogelijkheid over verschillende arbeiders, enz.). Bijv. een arbeider belasten met bewegingen a, b en c, een tweede met d, e, f en g, een derde met bewegingen h tot en met m.
d) Die deelbeweging zelf (haar noodzakelijkheid, haar vervangbaarheid, de wijze, waarop zij plaats vindt, enz.). Bijv. beweging h; deze beweging dient op zichzelf, los van het geheele bewegingencomplex te worden bestudeerd, zoowel wat betreft methode als doelmatigheid. Zoo ook nog zeer zeker bewegingen b, c, e, g en h. Voor de studie eener deelbeweging wordt vaak gebruik gemaakt van de film en ➝ chronocyclograaf.
3° Na minutieuze ➝ tijdstudie, uitschakeling van overbodige bewegingen, nieuwe ordening van de overgebleven bewegingen, de ➝ standaard-arbeidsmethode opstellen.
B. is, in combinatie met ➝ tijdstudie, een zeer krachtig middel, om de prestatie van den arbeider op te voeren, zonder noemenswaardig grootere inspanning van hem te verlangen. Zij is veelal, ook voor de meest welwillende en geschikte arbeiders, een openbaring, welke hun mogelijkheden doet kennen, waaraan zij nimmer hadden durven denken. Gevallen van prestatieverhooging van 80% zijn geen zeldzaamheid. Het spreekt vanzelf, dat het loonsysteem erop gericht moet zijn, een belangrijk deel der kostenbesparing ook aan den arbeider zelf ten goede te laten komen (➝ Taylorstelsel en ➝ Rationalisatie).

Lit.: Frank B. Gilbreth, Motion Study (New York); idem, A. Bricklaying System (New York); Ind. Eng., Micro-Motion Time Study (Kent 1913).

Claes.

< >