Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 20-03-2019

Beverloo

betekenis & definitie

Beverloo - Kamp van, 3 km ten N.O. van de gemeente Beverloo (Belg. Limburg), schietkamp van de infanterie en de ruiterij. Manoeuvreplaats voor de leger- en de cavaleriekorpsen die, van April tot October, er elk gemiddeld 42 dagen doorbrengen. In 1849 aangelegd, beslaat het thans 4 441,80 ha bosch- en heidegrond, waarvan 57,67 ha bezet met gebouwen, die voor onderkomen van nagenoeg 23 000 officieren en manschappen kunnen dienen. Een bijzondere spoorbaan verbindt het kamp met het Staatsstation van Leopoldsburg, waarover het treinverkeer met het binnenland geschiedt. In het kamp zijn verder gevestigd: een intendance, een vervoerkorps, een krijgsgasthuis, waaraan het opleidingscentrum voor geesteüjken-verplegers (C.I.B.I.) verbonden is, alsmede een bataljon infanterie en de oefenscholen van de infanterie-officieren en onderofficieren. De bevelhebber is een generaal of een hoofdofficier. V. Coppenolle.

< >