Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-02-2024

Beursgebouw

betekenis & definitie

gebouw ten dienste van het beursverkeer. Men onderscheidt: fondsbeurzen, waar effecten verhandeld worden, en warenbeurzen.

Deze moeten al naar gelang er levensmiddelen, vee, textiel, enz. verhandeld worden, verschillend zijn ingericht en met de hoofdruimte in verbinding worden gebracht. De kern van het b., gewoon lijk gelijkvloers gelegen, is de groote hal, waarin verschillende beursruimten zijn ondergebracht en elke zakenman zijn eigen plaats heeft. Overvloedige (Noordelijke) verlichting. Daaraan sluitend de termijn-beurzen. In nieuwe beurzen soms kleine loges, voor de makelaars open, met kasten voorziene standplaatsen. In de hal soms buffetten en op de eerste en tweede verdieping een galerij.

Meer en minder groote ruimten zijn bestemd voor de rijks- en gemeentetelefoon, telegraaf, postkantoor, schrijfkamer, garderobes, beursbureau, veilingzalen, vergaderzalen, vertrekken voor secretarie en handelsvoorlichtingsdienst, handelsregister, commissie- en vergaderkamers. Beneden meestal archiefkamers en ruimte voor technische installaties als centr. verw. enz.L i t. : Handbuch der Architectur (IV 1002', nr. 2, Börsengebäude; Bouwkundig Weekblad (1920, ontwerpen voor een beursgebouw in Rotterdam, nr. 1-8).

Thunnissen.

< >