Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-02-2024

Beuk

betekenis & definitie

(plantkunde) (Fagus silvatica), bohoorend tot de familie der Fagaceeën, is over geheel West-Europa verspreid. De b. heeft een gladden bast, zomergroene, twee-rijige bladeren met spits toeloopenden, ovalen vorm en afzonderlijke mannelijke en vrouwelijke bloemen.

Variëteiten zijn: bruinroode b., treurbeuk, grootbladige b., zilverbeuk en Servische goudbeuk. De Oostersche, de Japansche en de Amerikaansche bruine beuk kunnen ook in onze streken leven.De b. prefereert kalkrijke, leemachtige, vochthoudende gronden. De mooiste beukenbosschen in ons land aan den Veluwezoom (boekgronden). Verdraagt veel schaduw, is ook zeer geschikt als laanboom (Middachter allee).

< >