S a v è r i o, Italiaansch schrijver,*18 Juli 1718 te Mantua, + 13 Sept. 1808 aldaar. Trad in de orde der Jezuïeten, reisde door Italië, Duitschland, Frankrijk, waar hij Voltaire leerde kennen en bewonderen.
Schreef tragedieën, die geen bijval genoten, en gezwollen lyrische gedichten zonder bezieling. In zijn: Lettere virgiliane (1767) en Lettere inglese (1767) maakte hij, in den aard van Voltaire, een zeer gewaagde critiek op de Divina Commedia (Goddelijke Comedie) van Dante, hetgeen een hevige polemiek uitlokte, die tot eenig en heilzaam gevolg had de Dantevereering, die sedert eeuwen in het vergeetboek verzeild was, te doen opleven. Gozzi diende hem van antwoord met zijn Difesa di Dante (1758). Van blijvende waarde is zijn geschiedkundig werk II resorgimento d’Italia negli studi, nelle arti e ne’ costumi dopo il mille (2 dln. 1773).Werken: Volledige uitg. door hemzelf bezorgd (24 dln., Venetië 1799—1801) ; Lettere virgiliane di S. B. door P. Tommasini Mattiucci (Citta di Castello 1913); Lettere virgiliane e inglese door V. E. Alfieri (Bari 1930).
L i t.: G. Federico, L’opera letteraria di S. B. (Milaan 1913); L. Capra, L’ingegno e l’opera di S. B. (Asti 1913); F. Colagrosso, S. B. e il teatro gesuitico (Florence 1901).
Ulrix.