(Beth Haram = Huis der Hoogte; ook Ramatha en Betharamphtha genoemd), bijb. stad in Transjordanië, door de Israëlieten veroverd op de Amorrheeën en den stam van Gad toegewezen (Num. 32, 36; Jos. 15, 17). B. werd later door Herodes Antipas versterkt tegen de invallen der woestijnbewoners en ter eere van keizer Augustus’ echtgenoote Ju lias of Livias genoemd.
Thans Teil er Rame ten N.W. der Doode Zee.Simons.