1° Alphonse, anthropoloog en ethnograaf, *1853 te Parijs, + 13 Febr. 1914 aldaar; was voorzitter van het bureau voor gerechtelijke identificatie van deParijsche prefectuur. Voor zijn „portrait parlé” benutte hij, behalve de gebruikelijke herkenningsteekenen (misvormingen, verminkingen, litteekenen, moedervlekken, tatoeëeringen, enz.) de gegevens, verkregen door :
1° meting van de lichaamslengte, van de lengte en breedte van het hoofd, van de lengte der ledematen van de rechterzijde van het lichaam, van de spanwijdte der armen;
2° vaststelling van kleur en intensiteit van de iris. B. ’santhropometrische methode berust op het feit, dat het beenderenstelsel van den mensch na zijn 20e levensjaar vrijwel niet verandert en speciaal ter linkerzijde van het lichaam zeer constant is. Een belangrijk element in zijn systeem (de Bertillonnage) wordt gevormd door de vernuftige rangschikking der signalementskaarten. Het systeem, uitgevonden in 1879, werd in 1885 behandeld op het internationaal gevangeniscongres te Rome en is nadien ingevoerd in de meeste moderne staten, w.o. Nederland. Naast de Bertillonnage kent men thans de dactyloscopie, die eenvoudiger van toepassing is.
Werken: o.a. Ethnographie moderne. Les races sauvages (Parijs 1883) ; La photographie judiciaire (Parijs 1890) : L’anthropométrie judiciaire à Paris en 1869 (Lyon 1890) ; De la reconstruction du signalement anthropométrique au moyen des vêtements (Lyon 1892); Identification anthropométrique. Instructions signalétiques (Parijs 21893) ; A. Bertillon en A. Chervin, Anthropologie métrique (Parijs 1909).
Weehuizen.
2° Louis Adolphe, eerst medicus, later statisticus en demograaf, en een der groote mannen in de démographie. *1821, + 1883. Op het einde van zijn leven was hij directeur van het Parijsch statistisch bureau, en professor in de démographie.
Hoofdwerk: Demografie figurée de la France (4 dln.1874).
Schlichting.