Giovanni Lorenz o, Augustijn, voornaamste theoloog der latere Augustijnenschool, doceerde theologie te Siena, Florence, Bologna, Padua en Rome, en kerkelijke gesch. te Pisa; op verzoek van paus Benedictus XIV benoemd tot prefect der Bibliotheca Angelica en assistent-generaal van de Italiaansche Provincies. Op schitterende wijze wist hij zich zelf en Bellelli te rechtvaardigen tegen de valsche aanklacht van Bajanisme en Jansenisme.
*1696 te Terravazza in Toscane, + 1766 te Pisa.Voorn. werken: De theologicis disciplinis (8 dln. Rome 1739—’45, München 1749, Napels 1792); Augustinianum Systema de gratia ab iniqua Bajani et Janseniani erroris insimulatione vindicatum (2 dln. Rome 1747); Ecclesiasticae historiae Breviarium (Pisa 1760, later herhaaldelijk herdrukt en aangevuld tot in het laatst
der 19e eeuw, Valladolid 1889).
Lit.: Lanteri O.E.S.A., Postr. saee. sex (III, 270-274) ; W. Lampen, Lex. Theol. Kirche (II, 230-231).
Claesen.