Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-02-2024

Beroepswet (N e d. Recht)

betekenis & definitie

In art. 75 der Ongevallenwet 1901 (art. 81 der Ongevallenwet 1921) werd bepaald: „Over de beslissingen, waartegen ingevolge de bepalingen dezer wet beroep openstaat, wordt geoordeeld door raden van beroep en in hoogste ressort door een college van het Rijk”; in die raden zouden werkgevers en werklieden zitten, terwijl verder alles, wat de samenstelling dier colleges en de procedure betreft, aan regeling bij een nadere wet werd opgedragen. Die wet is geworden de wet van 8 Dec. 1902, Stbl. 208, de Beroepswet.

Art. 1 dier wet bepaalt, dat over de beslissingen van het bestuur der Rijksverzekeringsbank,waartegen ingevolge de bepalingen der Ongevallenwet beroep openstaat, bij uitsluiting geoordeeld wordt in eersten aanleg door raden van beroep, in het hoogste ressort door een Centralen Raad van beroep. Deze colleges zijn gaandeweg in diverse andere wetten ingeschakeld als rechtsprekende organen voor de geschillen, bij de toepassing dier wetten gerezen.

Stoer.

< >