E r c o l e , ltaliaansch componist, *ca. 1620 te Caprarola (Kerk. Staat), + 1687 te München.
Leerling van Benevoli ; 1653—1665 organist aan de San Luigi dei Francesi te Rome, dan tot 1667 kapelmeester van de St. Jan van Lateranen en daarna tot 1672 wederom in eerstgenoemde betrekking. 1672 werd hij opvolger van Benevoli aan de Sint Pieter en van 1674 tot zijn dood hofkapelmeester te München in de plaats van J. K. Kerll. Als componist van kerkelijke werken en cantates behoort B. tot de Romeinsche school en zijn stijl is nauw verwant met dien van Carissimi.Werken: behalve 5 opera’s, waarvan sleehts 2 tekstboeken bewaard bleven en vele kamercantates, schreef B. hoofdzakelijk kerkelijke werken, 4-8 stemmig ; weinig is ervan in hs. bewaard. Gedrukt werden motetten voor 5 zangstemmen, 2 violen en bas (1691) en 3-stemmige madrigalen (Concerto madrigalesco, 1669).
Lit.: R. Casimiri, E. B. maestro délia Cappella musicale al Laterano (1920) ; R. de Rensis, E. B. (1920).
Piscaer.