of Benzeen is een kleurlooze, zeer brandbare vloeistof, die in de industrie óf als hulpstof óf als grondstof veel gebruikt wordt. Dient als oplosmiddel van jodium, zwavel, phosphor, harsen, vetten, caoutchouc en vele chemische praeparaten.
Vindt als extractiemiddel in de linoleum-lak-gummifabrieken en chemische wasscherijen toepassing, terwijl het ook als motorbrandstof gebruikt wordt.In den handel verstaat men onder b. een mengsel van aromatische koolwaterstoffen, die uit steenkolenteer worden verkregen en beneden 200° C distilleeren, zooals benzol, toluol en hoogere homologen. Wordt een percentage opgegeven, dan beteekent dit niet, dat zooveel zuivere benzol aanwezig is, maar dat dit percentage van de vloeistof beneden 100° destilleert, en voor het grootste gedeelte bestaat uit benzol (kookpunt 80° C) naast toluol (kookp. 111° C.) Bijv. 90%-ige b. beteekent een vloeistof, die voor 90% beneden 100° overdestilleert, waarbij deze vloeistof in werkelijkheid slechts 81—84% b. bevat. Zware b. destilleert tusschen 120° en 190° C en bevat dus heelemaal geen b. meer. Benzol, formule C6H6, wordt hoofdzakelijk uit steenkolenteer gewonnen.
Synthetisch kan het o.a. verkregen worden door droge destillatie van benzoëzure-calcium met kalk of polymerisatie van acetyleen. Smeltp. 5,5° C, kookp. 80° C; s.g. bij 20°: 0,878'; refractie bij 20°: 1,501, niet mengbaar met water, daarentegen in alle verhoudingen met sterken alcohol. Brandt met een sterk roetende vlam en kan met lucht explosieve mengsels geven. Blusschen met zand. Wordt b. langen tijd ingeademd, dan kunnen ernstige vergiftigingsverschijnselen optreden, die zelfs den dood ten gevolge kunnen hebben.
B. werd in 1825 door Faraday in de destillatieproducten van vette oliën ontdekt en in 1833 het eerst door Mitscherlich synthetisch bereid (hij noemde het benzine).
Lit.: Whitehead, Benzol, its recovery, rectification and uses (1920).
Hoogeveen.
Benzol is de theoretische grondstof der aromatische verbindingen. Deze worden alle gekenmerkt door een bepaald complex physische en chemische eigenschappen, bijv. de gemakkelijke vervangbaarheid der waterstof-atomen door een sulfonzuur- en een nitrogroep. Om die typische eigenschappen te beschrijven zijn velerlei formules voorgesteld.
Lit.: G. Wittig, Stereochemie (Leipzig 1930).
Tellegen.