Benozzo Gozzoli - Schilder te Florence, * 1420, ✝ 1497 te Pistoja. Leerling van Fra Angelico, werkte met hem te Rome en Orvieto.
In 1449 voerde hij groote werken uit te Montefalco, die nog grootendeels bestaan, in 1456 te Perugia. De groote fresco’s in het paleis der Medici te Florence begon hij in 1459.
Deze zijn in vrijwel ongerepten staat bewaard en laten ons den kunstenaar in al zijn grootheid zien. Zij stellen den optocht der Drie Koningen voor, waarvoor hij de portretten der Medici gebruikte.
Het is een schitterende jachtstoet, waarin ons het hoofsche leven der Florentijnen verschijnt; landschap en details zijn zeer uitvoerig. In 1463 ging hij naar S.
Gimigniano om er de (nog bestaande) fresco’s in de S. Agostino te maken; eenige jaren later naar Pisa, waar hij zijn hoofdwerk schiep, de wandschilderingen in liet Camposanto met voorstellingen uit het O.
T. Buitendien heeft de zeer vruchtbare meester nog vele schilderijen gemaakt.
Hij bleef tot het eind een vertegenwoordiger der oudere richting en den stijl van Angelico getrouw.Lit.: v. Marle, Hist. of Ital. paint.; E. Berenson, Florent. painters. Schretlen Graad
1° Meetk.
a) Een booggraad is het 360e deel van een cirkelomtrek. → Boog.
b) Een hoekgraad is het 90e deel van een rechten hoek. → Eenheid; Hoek.
c) De g. van een algebraïsche → kromme lijn is het standvastige aantal punten, dat zij gemeen heeft met platte vlakken, die niet de kromme of een deel van de (ontaarde) kromme bevatten; van een algebraïsch → oppervlak is de g. het standvastige aantal punten, dat het gemeen heeft met rechte lijnen, die niet op het oppervlak liggen.
2° Algebra. De g. van een vergelijking is de exponent van de hoogste macht van de onbekende, die in de vergelijking optreedt. → Determinant; Transformatie; Veelterm. v. Kol/Verriest
3° Natuurkunde. Eenheid van temperatuursverschil, teeken: °. De bekendste graadverdeelingen zijn die van Celsius, Fahrenheit en Réaumur, die het temperatuursverschil tusschen vriespunt en kookpunt van water verdeelen in resp. 100, 180 en 80 graden; Celsius en Réaumur nemen het vriespunt als nulpunt, bij Fahrenheit ligt het vriespunt 32° boven het nulpunt, en ligt dus het kookpunt op 212°. Zie de vsch. trefwoorden, alsook → Centigraadthermometer.
4° In de taalkunde is g. een term, vnl. gebruikt om den volgraad, den zweemof reductiegraad en den nulgraad tegenover elkander te stellen; bij den volgraad wordt een woord of een lettergreep geheel en duidelijk uitgesproken, bij den zweemgraad minder duidelijk en bij den nulgraad nog onduidelijker; bijv. zij, ze, z’. Weerenbeck
5° Mechanica. Graad van vrijheid, → Vrijheidsgraad.
6° Recht. Graad van bloedverwantschap, → Aanverwantschap; Bloedverwantschap.