Eduard, Tsjecho-Slowaaksch staatsman, geb. 1884 ; docent in de staathuishoudkunde te Praag. Onmiddellijk na het uitbreken van den Wereldoorlog stichtte hij met prof.
Masaryk een geheime nat. vereeniging.In Sept. 1915 nam hij de vlucht naar Parijs, waar hij de leiding had van „La nation teheque” en naar Londen, waar hij een anti-Oostenrijksche politiek voerde. In April 1918 op het Congres der Oostenr.-Hong. journalisten te Rome. In Nov. 1918 min. van Buitenl. Zaken; vertegenwoordigde zijn land op het Congres van Versailles. In 1920 werd de Kleine Entente door hem tot stand gebracht. In Sept. 1921 min. pres. met portefeuille van Buitenl.
Zaken; in Juni van hetzelfde jaar: handelsverdrag met Duitschland, en in Nov. arbitrage verbond met Polen. Na 1922 min. van Buitenl. Zaken in het kabinet Schurla. In 1932 leidt hij de oppositie der Kleine Entente tegen het Viermogendhedenpact van Rome, waarin hij eventueele territoriale wijziging bestreed.Werken: Der Aufstand der Nationen (1928).
Cosemans.