Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-02-2024

Behaviorisme

betekenis & definitie

(Eng. Behaviorism; Duitsch: Verhaltungspsychologie; Fransch: Psychologie du comportement), psychologische richting, die zich vooral of uitsluitend toelegt op de studie van „behavior” (Amer.), d.w.z. de lichamelijke gedragswijze, die door meerderen en niet enkel door het individu zelf geobserveerd of die door een instrument geregistreerd kan wrorden: de bewuste reacties op spieren en klieren, alsook de onbewuste reflexen, zooals pupilreflex, verandering van bloedsomloop en ademhalmg, psychogalvanische reflex, enz.

Wanneer bijv. een mensch in gevaar op de vlucht slaat, interesseert de behaviorist zich enkel voor de uitdrukking van zijn gelaat, de snelheid van zijn loop, den hartslag, de zweetafscheiding, zonder zich te bekommeren om wat zich in de ziel van dien mensch afspeelt. Observatie van zulke uitwendige reacties wordt objectieve methode genoemd (vandaar objectieve psychologie), in tegenstelling met de subjectieve, die steunt op de zelfwaarneming der in het bewustzijn voorhandene psychische verschijnselen.Het b. werd vooral verbreid in Rusland door Bechterew, en in de Ver. St. door John B. Watson sinds 1912. Gronden van zijn ontstaan:

1° reactie tegen een overdreven introspectionisme en tegen dierpsychologen als Brehm en Romanes, die de dieren menschelijke kennis en gevoelens toeschreven; 2° invloed van het Amer. neo-realisme;
3° de succesvolle proeven van Pavlow, die het probleem der associatie en discriminatie bij de dieren volgens een zuiver objectieve methode, die der voorwaardelijke reflexen, benaderde. De grondleggers van het b. trachtten deze methode ook op kind en volwassen mensch toe te passen, met verwerping van de introspectieve, subjectieve methode. Een psychisch verschijnsel is volgens hen niets anders dan een zenuwstroom, die onder invloed van een prikkelconstellatie (stimulus) in het organisme wordt opgewekt en die zich naar buiten in een musculaire of glandulaire verandering openbaart (response = antwoord; vandaar stimulus-response psych.). Het b. behandelt dus zijn subjecten op dezelfde manier als de physiologie; verschil tusschen beide is, dat de behavioristische psych. de reactie van het individu als een geheel, de physiologie de reactie van bepaalde organen beschouwt. Richtingen: de radicale behavioristen verwerpen de subj. methode volledig, hetzij ze eenvoudig het bewustzijn ontkennen, hetzij ze dit als betrouwbare bron van psych. kennis loochenen, zooals J. B. Watson, A. P. Weis, W. S. Hunter; de gematigde partij, zooals H. C. Warren, H. Piéron, W. Pillsbury, R. Woodworth, aanvaarden de introspectie enkel en alleen in zooverre zij eenig licht op de uitwendige gedragswijze kan werpen; ten slotte is er nog een derde groep, die zich, gelijk Mc Dougall, wel behav. noemen, maar dip inderdaad niet ver van de traditioneele psychologie af staan.

De biologische oriëntatie van het behav. is een heilzame reactie tegen de eenzijdige bewustzijns-psychologie van Descartes en een terugkeer naar Aristoteles en Scholastiek; maar in zijn loochening van het bewustzijn maakt het zich evenzeer schuldig aan eenzijdigheid: een bewustzijnsakt is evengoed een feit als een uitwendige beweging en krachtens het argument der analogie zijn we gerechtigd aan andere menschen een zelfde bewustzijn toe te kennen als aan ons zelf. Door mensch en dier als een machine op te vatten, valt het b. in mechanisme en materialisme.

L i t.: Bechterew, La psych. objective (Parijs 1913); Watson, Psych. from the standpoint of a Behaviorist. (N. York 21924); Piéron, Psych. expérimentale (Parijs 1927).

v. d. Veldt.

< >