1° Karl (de Oudere), Duitsch schilder, * 30 Sept. 1794 te Hainsberg bij Aken, + 23 Nov. 1864 te Berlijn. Leerling van Philippart te Bonn, 1813 naar Parijs op het atelier van Jean Ant.
Gros; deze studietijd slechts onderbroken door den oorlog; daarna keerde hij weer naar Parijs terug en vestigde zich later te Berlijn. Schilderde voor den dom te Berlijn een altaarstuk: De uitstorting van den H. Geest (1821). Schilderde vele religieuze onderwerpen doch ook genrestukken en portretten, zooals die in de musea te Keulen en de National Galerie te Berlijn.Voornaamste werk: „De doop van Christus” in de Garnizoenskerk te Potsdam (1823).
2° K a r l (de Jongere), Duitsch beeldhouwer, * 23 Nov. 1845 te Berlijn. Zoon van Karl B. Leerling van de acad. te Berlijn en van zijn broeder Reinold. Werkte ook nog bij den beeldhouwer L. Sussman. Studeerde te Rome. Werd leeraar van de acad. te Kassel. Vestigde zich daarna te Berlijn. Van zijn takijke werken zijn te vermelden bronzen bustes van Moltke, prins Frirdrich Karl en van Otto van Sparr (1882) in het Zeughaus te Berlijn ; het marmeren standbeeld van den architect Knobelsdorff in de Voorhal van het Alt. Mus. te Berlijn (1887).
Lit.: Kat. der Berl. Nat. Gal. (1907, 411).
de Stuers.