Worden scholen voor zwakzinnigen steeds algemeener, ook met inrichtingen voor de hoogstbegaafden werden hier en daar proeven genomen, eerst te Berlijn, later ook in Hamburg, Frankfort en in Oostenrijk. De beweging ontstond tijdens den grooten oorlog: ten gevolge van het enorme menschenverlies kwam men tot. de overtuiging, zuinig te moeten zijn met de verstandelijke gaven van hetvolk, en met name de talenten, die ook onder de lagere standen schuilen, niet in den grond te graven.
Luid klonk de leuze: Freie Bahn den Tüchtigen ! Daarom moest tusschen lager en hooger onderwijs een brug geslagen worden, die tot dusverre niet bestond: de zgn. „Aufbauschulen” werden de weg, waarlangs leerlingen met uitstekenden aanleg die tot hun 13e jaar de gewone volksschool bezocht hadden, een der inrichtingen van het hooger onderwijs konden bereiken. Aanvankelijk speelde bij de selectie het testonderzoek een groote rol. Voor het samenstellen van zulke begaafdentests maakte zich, naast Woede en Piorkowski, vooral W. Stem verdienstelijk. Door de invoering van de vierjarige „Grundschule”, toegankelijk voor iedereen, zijn de kansen van het gewone volkskind vanzelf veel grooter geworden en heeft het probleem der begaafdenschool een eenigszins ander aspect gekregen. Het is overigens een groote vraag, of bij de selectie voor het hooger onderwijs alleen verstandelijke aanleg den doorslag moet geven: voor het bekleeden van hoogere betrekkingen zijn zeker ook traditie en een zekere cultureele standing niet te verwaarloozen factoren, terwijl de plotselinge verheffing uit minderen stand gemakkelijk kan leiden tot een overdreven gevoel van eigenwaarde met de nadeelige moreele gevaren daarvan.L i t.: S. Rombouts, Hist. Ped. (III 1928).
Rombouts.