Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-02-2024

Beenvlies

betekenis & definitie

(periost, Gr. peri = om, osteon = been) is een om het been heenliggend bindweefselvlies en een voor het been zeer gewichtig orgaan. Het bezit een rijk bloedvatennet, dat in het kanalensysteem en de mergholten van het been doordringt en daar voor opbouw en voeding het noodige materiaal aanvoert.

Onbedekt been sterft dan ook spoedig af, daar het van de bestanddeelen, die voor her instandhouden noodzakelijk zijn, verstoken blijft. Men kan aan het vlies onderscheiden een naar buiten gelegen gedeelte: pars fibrosa, bestaande uit elkander kruisende vezelige bind weef sellagen, waartusschen de pezen der skeletspieren vastgrijpen, en een naar binnen gelegen gedeelte: pars synovialis of cambiumlaag, met een losser en meer cellenrijk weefsel, waarin, zoolang het been groeiend is, de osteoblasten worden aangetroffen. Waar twee tegen elkander grenzende beenderen een gewricht vormen, grijpt het beenvlies van het eene been op het andere over en vormt om de gewrichtsspleet het gewrichtskapsel of de gewrichtsbeurs. Het bindweefsel is hier veel sterker en dikker ontwikkeld en scheidt meestal een gele taaie vloeistof af, die als gewrichtssmeer dient om de gewrichtsvlakken meer glijbaar te maken. > Been. Willems.

< >