Spaansch priestermonnik uit de 8e eeuw van de abdij van Liébana bij Santander (Sp.), gaf in 776, waarsch. gedreven door de meening, dat een spoedig wereldeinde (in 800) te wachten was, een commentaar uit op de Apocalyps, die reeds tijdens zijn leven sterk de aandacht trok (nog twee uitgaven: in 784 en 786). Het is een soort catena zonder originaliteit, maar die voor ons vele oude teksten bewaard heeft.
Zijn bronnen zijn hoofdzakelijk de II. Hiëronymus, Augustinus, Ambrosius, Fulgentius van Ruspe, Gregorius de Groote, Irenaeus en Isidorus van Sevilla. Belangrijk is vooral de verluchting van Beatus’ commentaar geworden voor de Spaansche en Romaansche kunst en iconographie. Het oudste van de 30 bekende geïllustreerde hss. van dezen commentaar, is niet vroeger dan het einde der 9e eeuw en van onbeholpen uitvoering (nu in de abdij van Silos); in de volgende eeuwen werd het vooral door de schrijversscholen van Leon en Castilië gecopieerd en allengs vaardiger verlucht. Verder schreef B. tegen adoptianistische ketterij van Elipandus van Toledo, in welk geschrift vooral zijn grondige kennis der H. Schrift tot uiting komt.
Men kent hem eenige hymnen toe (bijv. ter eere van den H. Apostel Jacobus), die later in de Mozarabische liturgie zijn overgenomen.Werken: Beati presbyteri hispani Liebanensis in Apocalypsim ac utriusque foederis paginas commentaria (uitg. Madrid 1770 door Florez, en Rome 1930 door H. A. Sanders); Liber adversus Elipandum, sive de adoptione Christi Filii Dei (Migne. P. L. 96, kol. 8591030).
L i t.: Ramsay, The mss. of the Commentary of Beatus de Liébana on the Apocalyps, in Revue des bibliothëques (1902, 9): Goddard King, Divagations on the Beatus, in Art Studies (1930); Neuss, Die Apocalypse des hl. Johannes in der alt-span. und altchristl. Bibelillustration: Das Problem der Beatus Hss. (1931).
Knipping.