Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-02-2024

Baude

betekenis & definitie

1° Henri, Fransch schrijver van de school der Rhetoriqueurs,* ca. 1430 te Moulins, + ca. 1496 te Parijs. Voor een verloren gegane moraliteit, waarin hij de omgeving van den koning hekelde, werd hij (1486) eenige maanden gevangen gezet.

De bewaarde werken zijn Lamentacions, Testaments en Lectres in den stijl van Villon en de Basoche, vol scherpe satire tegen geestelijkheid, gerecht en hovelingen; een bepaald gedeelte ervan is grof obsceen.Ui tg. : J. Quicherat (Parijs 1856); M. Schwob, Parnasse satyrique du 15e siècle (3 dln. Parijs).

Lit.: H. Guy, Histoire de la poésie française au 16e siècle (Parijs 1910, 21 vlg.).

Baur.

2° Jan Baptist, Vlaamsch dichter en tooneelschrijver uit de 18e eeuw, ijverig lid van de Brugsche Kamer De Dry Sanctinnen.

< >