Geographisch behooren hiertoe de bovenlanden van Langkat, Deli, Serdang en Asahan, de Karohoogvlakte, de bovenstreken van Batoebara tot aan het Toba-meer en Tapanoeli. Administratief behooren zij tot de res.
Tapanoeli en het gouv. Oostkust van Sumatra. Centrum is het Toba-meer (900 m boven zee), omgeven door een landschap met een hoogvlakte-karakter en verdeeld in afzonderlijke plateau’s: Karo- en Timoerhoogvlakte, Pakpak of Dairilanden en Toba-hoogvlakte, samen vormend het N. deel der Bataklanden. Het Z. deel behoort morphologisch tot Midden-Sumatra met evenwijdige gebergten en tusschenliggende lengtedalen, o.a. van Batang Toroe. De afwatering geschiedt naar twee zijden: Oostwaarts naar Str. Malaka en Westwaarts naar den Ind.
Oceaan. De gebergten zijn grootendeels met oerwouden bedekt; de Karo landen zijn een grasvlakte. De Bataklanden zijn van nature scherp geïsoleerd en pas door aanleg van wegen gedurende de laatste decennia meer ontsloten.Landbouw en veeteelt, benevens het winnen van boschproducten zijn de hoofdbestaansmiddelen. De varkensteelt is van beteekenis. Sedert 1908 zijn de Eur. cultures binnengedrongen; rubber in de buurt van de Batang Toroe, terwijl de Dairilanden geworden zijn tot een theedistrict. De boschproducten van N.W. Tapanoeli (benzoë, rotan, kamfer) worden veel uitgevoerd over Baroes. De kamferw inning is sterk achteruitgegaan.
v. Vroonhoven.
Voor bevolking, > Ned. Indië (Bevolking).