Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-02-2024

Basilius de Groote

betekenis & definitie

Heilige, bisschop van Caesarea, kerkvader en kerkleeraar. B. en zijn vriend Gregorius van Nazianze en zijn broeder Gregorius van Nyssa worden veelal samen genoemd als de drie groote Cappadociërs.

Was de bisschop van Nazianze meer de redenaar en dichter, die van Nyssa meer de denker, B. schitterde vooral uit als man van de practijk en zijn verdiensten liggen vnl. op het gebied van de ascese, liturgie en paedagogiek. Zijn kloosterregels hebben bijzonder veel invloed gehad op de ontwikkeling van het kloosterleven, en dat niet enkel in het Oosten. > Basilianen.Leven. *ca. 330 te Caesarea in Cappadocië, + Nieuwjaar 379. B. werd geboren uit een zeer vrome familie. Zijn grootmoeder wordt vereerd als de H. Macrina de Oudere, zijn grootvader van moederskant stierf als martelaar, zijn broeders Gregorius en Petrus werden bisschop evenals hij, zijn zuster Macrina de Jongere wordt eveneens als heilige vereerd. Tezamen met Greg. van Nazianze studeerde hij eenige jaren aan de universiteit van Athene, volgde echter daarna niet de redenaarsloopbaan, waartoe hij voorbestemd scheen, maar besloot, (366) monnik te worden.

Na een bezoek aan de beroemde nederzettingen van monniken in Egypte, Syrië en Mesopotamië, vestigde hij zich in de buurt van Neocaesarea. In 358 bezocht hem daar zijn vriend. Hij hielp hem bij de opstelling zijner kloosterregels en samen legden zij daar de bloemlezing aan uit de werken van Origenes (Philocalia). De bisschop van Caesarea wist B. te bewegen, de priesterwijding te ontvangen en zich in dienst te stellen der kerk van zijn geboortestad en in 370 volgde B. hem op. Als bisschop heeft hij vooral geijverd voor de orthodoxie tegen het Arianisme, dat door den keizer gesteund werd, en voor herstel der goede betrekkingen met Rome, die door het schisma van Antiochië verstoord waren. De Kerk viert zijn feest op 14 Juni.

Werken. Dogmatisch-polemisch: tegen Eunomius (over de H. Drieëenheid) en over den H. Geest; liturgisch: > Byzantijnsche liturgie. Vier anaphoren worden aan hem toegeschreven, een Byzantijnsche (misschien niet ten onrechte), een Armeensche, een Grieksch-Alexandrijnsche en een Koptische. Tusschen de beide laatste is weinig verschil. Paedagogisch: aan de jongelingen, hoe zij vrucht kunnen plukken uit de boeken der heidenen (B. bepleit de propaedeutische waarde der klassieke studie); ascetisch: een heele verzameling, waarvan het voornaamste zijn de Ethica of Moralia, 80 hoofdstukken met algemeene zedenlessen en vermaningen voor afzonderlijke standen en de twee kloosterregels, waarvan de eene 55 langere en de andere 313 korte voorschriften bevat voor het kloosterleven; preeken: homilieën op het scheppingswerk (die steeds zeer hoog geschat werden) en op de psalmen (meer practische toepassing dan exegese); brieven, zeer belangrijk voor de kennis zoowel der theologie als der cultuur van dien tijd.

U i t g.: Migne Patrol. Graeca (XXIX-XXXII).

L i t.: Bardenhewer, Gesch. der altkirchl. Lit. (IIT 1922, 130-162); Rivière, S. Basile (1924); RauschenAltaner, Patrologie (1931, 221-228); Dict. Théol. Cath. (II. 441-459); Dict. Hist.

Géogr. Ecclés. (VI 1932,11111126); O. Ring, Das Basiliusproblem, Zeitschr. für Kirchengesch. (1932, 365-383).

Franses.

Voorstelling in de kunst. B. (kale schedel, baard) wordt afgebeeld in Oostersch bisschopsgewaad, in gebed, met een boek in de hand, of offergaven ontvangend (feubleyras). Met Leo I, Grcgorius van Nazianze en Joannes Chrysostomus vormt hij de groep der vier groote Grieksche Kerkvaders (mozaïek in Maria Antiqua te Rome). Van Loo beeldt hem af, zijn groote werken schrijvende.

Heyer.

< >