Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-02-2024

Basiliscus (volksgeloof)

betekenis & definitie

is een w o n d e r d i e r uit het volksgeloof, dat uitgebroed heette te worden door zevenjarige zwarte hanen, die in verband staan met den duivel; deze nam dan ook vaak een basiliscusgestalte aan. In het Spreewald legde de basiliscus ook wel eens een ei, waaruit, als het vertrapt werd, een adder te voorschijn schoot.

Door zijn vleugels en kop een haan, door zijn staart een slang, droeg de basiliscus op zijn kop een kam of kroon, waaraan hij zijn naam van kleine koning te danken heeft. Zijn blik was doodend, ook voor hemzelf; hij stierf als hem een spiegel werd voorgehouden. De wezel kon hem dooden door zijn reuk, maar kwam dan ook zelf om. Vondel vertelt., dat de hel verlicht wordt door lampen, waarin basiliscusvet brandt met pek en zwavel. Aan Gotische kathedralen komt de basiliscus wel in het beeldhouwwerk voor. Vgl. Basiliscus americanus.Lit.: mr. L. A. J. W. Baron Sloet, De dieren in het Germaansche volksgeloof en volksgebruik ; dr.

Maurits Sabbe, Dierkennis en Diersage bij Vondel; Maerlant, Nat. BI. (111).

Knippenberg.

< >