Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-02-2024

Bas (muziek)

betekenis & definitie

1° laagste mannenstem (p h i l o l o g i s c h, Baryton); algemeene omvang: D tot d ééngestreept. Naar karakter van timbre te onderscheiden in: bassetaille, noble of contra: diep en zwaar; basse chantante: hooger en lichter; basso buffo: lage bas in de opera, voor komische rollen; Laruette; lichte Fransche stem, voor komische rollen.

2° Algemeene naam voor de laagste partijen in iedere compositie (basis). In de meerstemmige muziek vóór 1500 was de bas niet de uitsluitende basis der harmonie: de zelfstandige loop der melodieën deed de stemmen óók in lagere registers meermalen wisselen en kruisen. De eigenlijke fundamenteele basleiding dateert van Gulielmus Monachus (1450).

H.Andriessen.

< >