1° Bruce, Amerikaansch Puriteinsch schrijver met zeer moderne allures.
Werken: The Man Nobody knows (1924); The Book Nobody knows; What can Man Believe ? (1930).
2° E l i s a b e t h, genaamd „The Maid (meisje, maagd) of Kent”. * omstr. 1506 te Aldington in Kent, + 1534 te Tybum. Ze was dienstbode op een landgoed van den aartsbisschop van Canterbury, William Warham. Opmerkzaam gemaakt op haar geestesverrukkingen en voorspellingen, liet deze een onderzoek instellen door een commissie van seculiere en reguliere geestelijken, die zich te haren gunste uitsprak. Ze trad daarna nabij Canterbury in een klooster der Benedictinessen. Door haar heftige protesten „in naam en op gezag van God” tegen de echtscheiding van Hendrik VIII, door haar voorspelling van diens vroegtijdigen dood als straf voor de zonde, door den steeds grooter wordenden toeloop van pelgrims en belangstellenden, werd zij een gevaar voor de koninklijke plannen. Aan aartsbisschop Cranmer, door Cromwell met een onderzoek belast, zou ze ten slotte bekend hebben nooit visioenen te hebben gehad. Ze werd wegens samenzwering veroordeeld en stierf met zes geestelijken als zgn. medeplichtigen op het schavot. Wat er van die bekentenis waar is, zal wel nooit worden uitgemaakt. Verdacht blijft, dat die bewering stamt uit den kring van Cromwell en diens handlangers. Op zulke zwakke bewijzen mag men een kloosterzuster, met wie zelfs bisschop Fisher en Thomas More sympathiseerden, niet tot een bedriegster verlagen.
L i t.: The Catholic Encyclop. (II 1907, 319); Britannica (III 141929, 155, oordeel is niet gunstig); Dict. Hist. Géogr. Eccl. (VI 1932, 1052).
Wachters.