Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-02-2024

Bartholomaeusnacht

betekenis & definitie

de nacht van 23 op 24 Aug. (feestdag van den H. Bartholomaeus) 1572, waarin te Parijs Caspar de Coligny en vele voorname Hugenoten werden vermoord.

Ze waren daar in volle wapenrusting met de Guises verschenen om op 18 Aug. het huwelijk van den Hugenoot Hendrik van Navarre, sinds den dood van Condé in naam het hoofd der Calvinisten, met de Katholieke Margaretha van Valois, een zuster des konings, bij te wonen. Deze verbintenis moest den vrede van St. Germain (1570) tusschen Hugenoten en Katholieken bezegelen. Vandaar de naam. Parijsche Bloedbruiloft. De schuld van dezen moord draagt Catharina de Medici, de moeder van den jeugdigen koning Karel IX.

Zij volgde de politiek van het evenwicht, een politiek, die er op gericht was geen der beide partijen, hetzij de Katholieken onder de Guises, hetzij de Hugenoten onder de Bourbons, overheerschend te laten worden. Om dat doel te bereiken schrok zij, als een waardige geestverwante van den eveneens uit Florence stammenden Macchiavelli, voor geen middel terug. Ongevoelig voor den bloei van het land en het lijden van zoovelen, liet zij de burgertwisten voortwoeden, om zoodoende bij de onderlinge verzwakking van de Katholieke en Calvinistische partijen zelf gemakkelijk de teugels in handen te kunnen houden. Nu was sinds den vrede van St. Germain de partij der Hugenoten onder de feitelijke leiding van de Coligny zóó sterk geworden, dat Catharina de macht over den koning dreigde te verliezen. Zelfs in diens anti-Spaansche politiek volgde Karel, tegen Catharina in, den Hugenoot de Coligny.

Eén ding stond daarom bij haar vast: de Coligny moet onschadelijk gemaakt worden. In afspraak met de Guises besloot zij tot een aanslag op zijn leven. De Coligny werd slechts gewond (22 Aug.). De situatie werd moeilijk voor Catharina. Was zij de Hugenoten niet voor met nieuwe maatregelen, dan kon zij op de wraak dezer militair voortreffelijk georganiseerde partij rekenen. En in haar geest rees het plan op van den massa-moord, wellicht niet in die barbaarschheid, waarmede het is uitgevoerd, maar toch in een wreedheid, die ieder met afgrijzen vervult.

Om zichzelf buiten verdenking te houden, trachtte zij aan dezen moord een schijn van recht te geven. In een kroonraad van 23 Aug. wist zij den koning als hoogsten rechter de verklaring te ontwringen, dat de Hugenoten verraders en dus staatsgevaarlijk waren. Een gewelddadig optreden scheen dus alleszins gemotiveerd. Reeds den volgenden nacht begon de slachting, waarbij de soldaten door het gepeupel werden geholpen. Als eerste offer viel de Coligny met vele Hugenoten. Rooflust, wraak en moordzucht spanden samen, om de uitvoering zoo bloedig mogelijk te maken, en daarom spaarde men in vele gevallen ook de Katholieken niet.

Men beperkte zich niet tot Parijs, het bloed stroomde nog overvloediger daarbuiten, vooral in de steden, die vroeger bij herhaalde bezetting het fanatisme der Hugenoten hadden ondervonden. In 3 dagen werden volgens betrouwbare schatting alleen in Parijs 2 000 menschen vermoord, daarbuiten 6 000 à 8 000, volgens Pastor 3 000. Maar Catharina had haar doel bereikt. Zij had haar overwicht op den koning teruggewonnen. Was do op 22 Aug. gepleegde aanslag op de Coligny gelukt, dan zou de geschiedenis geen B. kennen en daarom was van een stelselmatige voorbereiding tot dezen moord in massa geen sprake.Hoe verklaart men de vreugde der Kerk over zoo’n wreedheid? Allereerst doordat een verkeerde voorstelling van het feit werd gegeven. De vreugde openbaarde zich bij de geestelijkheid van Parijs in een plechtige Mis met processie op 28 Aug.; te Rome o.a. in een consistoriale allocutie (5 Sept.) van Gregorius XIII, waarin de paus zijn dank uitspreekt jegens God; in het zingen van een Te Deum, door den paus voorgeschreven; in diens aanwezigheid bij de dankzegging in de Fr. Kerk (8 Sept.); in het slaan van een medaille met een verderfengel, die de Hugenoten doodt; in de opdracht aan Vasari, om op een fresco deze gebeurtenis te vereeuwigen; kortom in alles, wat gebruikelijk was, als Rome de verijdeling van politieke rebellie en de onderdrukking van een ketterij placht te vieren. Deze feesten golden de vermeende verijdeling van een aanslag en dezer goede gevolgen, in casu de redding van den koning en diens rijk. de zegepraal van den Katholieken godsdienst, de nederlaag van een vijand, die in zijn haat tegen Rome geen grenzen kende, het échec van de anti-Spaansche politiek. Rome jubelde, omdat het was misleid en in dien tijd van slechte verkeersmogelijkheid was het moeilijk de waarheid te achterhalen. De schuld lag voor een deel bij Karel Guise, kardinaal van Lotharingen, die met instemming van de Fr. kardinalen de berichten van den pauselijken nuntius te Parijs zóó commentarieerde, dat de paus wel aan een samenzwering moest gelooven.

Op 5 Sept. volgden de officieele documenten van koning Karel IX en Lodewijk van Bourbon, waarin uitdrukkelijk van een samenzwering van de Coligny tegen de koninklijke familie en de Katholieke magistraten, en van een plan tot definitieve invoering van het Protestantisme gesproken werd. De Parijsche geestelijkheid had de eerste dagen in dezelfde meening verkeerd.

L i t.: Dr. J. de Jong, Het Schild (1922, 81-86); Pastor, Gesch. der Päpste (IX J-‘ 1923, 352-379); Y.de la Brière, La Saint-Barthélemy, in Dict. Apolog. (1925, kol. 420-426); Christ. Encycl. (1 1925, 239, een artikel, waarin alle oude verwijten worden gehandhaafd).

Wachters.

< >