behoort tot de familie der Lecythidaceae, en is één der vijf geslachten van de onderfamilie Planchonioideae; 6Ó soorten. Komt voor in Oost-Afrika, en de Australische eilanden met tusschengelegen landen, doch wordt hoofdzakelijk gevonden in Achter-Indië, den Maleischen Archipel en de Samoa-eilanden.
Het meest verspreid zijn van dit geslacht drie boomachtige kustplanten, nl. B. s p e c i o s a, een mooie boom met groote bladeren, bloemen met karmijnroode meeldraden en groote vierkante gele vruchten. In stukken gesneden jonge spruiten worden als verdoovingsmiddel voor visschen aangewend, de vruchten als drijf kurken voor netten, en uit de bladeren wordt een soort vernis gewonnen.B.race mosa wordt aangetroffen tusschen Oost-Afrika en Queensland en heeft kleinere bladeren. De schors doet dienst in looierijen, terwijl de jonge bladeren gegeten worden. B. acutangul a levert, als Indische eik, hout voor scheepsbouw, en schors voor looierijen. B. i n s i g n i s, van de Soenda-eilanden, met groote zittende bladeren en trosvormige bloemen, wordt als kasplant gekweekt.
Bouman.