Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 01-04-2019

Bar, (lied, maatschep)

betekenis & definitie

Bar, (lied, maatschep) - 1° (D u i t s c h) benaming van een liedvorm, gebruikelijk bij de dichters en zangers (componisten) in de middeleeuwen. Omvatte drie strophen, waarvan de eerste en tweede „Stollen” en de derde „Abgesang” heette.

De eerste twee hadden dezelfde melodie. Vgl. Wagner: Meistersinger.

2° (E n g e l s c h) Maat. Barline = maatstreep.

< >