Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 01-04-2019

Banier

betekenis & definitie

Banier - standaard, kleine rechthoekige oorlogs- en krijgsvlag. Tot het voeren van een eigen banier waren in de M.E. bevoegd groote leenmannen, die op eigen kosten een smaldeel in het veld konden en moesten brengen; de Duitschers noemen zulk leen „Fahnlehen”.

Ten onzent heetten deze edellieden Barnier (ook Baander-)heeren of Banderotsen (uit Bande = standaard, en rot = bende; bande later ook = bende, troep, gelijk vendel uit vaan), zooals de heeren van Teijlingen, van Brederode, van ’s Heeren Berg e.a. Verheffing tot die waardigheid kan geschieden door van de banderol, den puntigen ridderlijken wimpel aan de lans (vgl. de oude windvaantjes van kasteeltorens), de staarten af te snijden. Vgl. over het voorgaande: van Loon’s aloude regeeringswijze (V, hfst. 10).

In de wapenkunde komen banderollen en banieren voor, zelden als wapenfiguur, vaak in het bijwerk van een wapen. E. van Nispen tot Sevenaer.

< >