Bangor - 1° universiteits- en toeristenstad in het graafschap Carnarvon, Noord-Wales (53° 13' N., 4° 18' W.), bij de kust tegenover het eiland Anglesey. 11 000 inw. In het nabijgelegen stadje Bethesda de beroemde Penrhyn Slate Quarries, amphitheatersgewijze aangelegde leigroeven.
2° Stad in den N. Amerikaanschen staat. M a i n e, 44° 40' N., 68° 56' W., financieel en handelscentrum van een belangrijk en uitgestrekt landbouw- en industriegebied, gelegen aan de Penobscot, die tot hier (96 km voor de monding) voor zeeschepen bevaarbaar is. In 1930: 28 749 inw. B. telde met de stad B r e w e r (6 300 inw.) meer dan 100 verschillende industrieën, vooral schoen-, ijzer-, houtpulp-, papier- en textielfabrieken. Rond 1870 was B. een der voornaamste houtmarkten van de Vereenigde Staten.
3° Havenstad in het graafschap Down, N. Ierland (54° 39' N., 5° 40' W.); 14 000 inw. Watersport, badplaats. Hoofdzetel van de Royal Ulster Yacht Club.
Bangor was vroeger een der beroemdste kloosters en kloosterscholen in Ierland. Gesticht door den H. Congall ca. 559, telde het den H. Columbanus, den H. Gallus en andere Iersche missionarissen onder zijn leerlingen. Verwoest tijdens de invallen der Noormannen in de 9e eeuw, had het weer veel te verduren na de invallen der Anglo-Normandiërs en werd ten slotte geconfiskeerd door de Eng. regeering ten tijde van Hendrik VIII, waarna de abdij tot een ruïne verviel.
L i t.: Dict. Hist. Géogr. Eccl. (VI 1931, 497—502).
Autiphonarium van Bangor, manuscript uit de 7e eeuw (Ambrosiaansche bibliotheek), vermoedelijk afkomstig van de oude abdij van Bangor in Ierland. Gewichtig document der Keltische liturgie (zie: Liturgie-wetenschap I, Docum.).