Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 01-04-2019

Bandlow

betekenis & definitie

Bandlow - H e i n r i c h, Duitsch dialectdichter. * 14 April 1855 te Tribsees. Zijn plat-Duitsche novellen en schetsen teekenen vol humor de Pommersche kleine burgerij.

WerkenStratenflegels (1896); In ’n Posthus 1906); De Ulenkraug (1917); De vigeletten Strümp 1928), e.a.

< >