Ban, jan albert - 1° (ook Bannius) Jan Albert, Ned. priester, * 1597 of 1598, ♱27 Juni 1644; pastoor van het begijnhof te Haarlem, kanunnik, werkte met J. Bugge samen tot het vastleggen der geschiedenis van het Haarlemsche kapittel, verzamelde gegevens over de vereering van O. L. V. van Haarlem, werkte mee aan een herziening der officia propria der Ned. Heiligen, uTas verdienstelijk musicoloog en musicus, onderhield betrekkingen met musici en geleerden in en buiten Ned. en verkeerde o.a. op voet van vriendschap met Descartes, Const.
Huygens en P. C. Hooft, in wiens Muiderkring hij wel vertoefde.
L i t.: J. J. Graaf, J. A. Ban in Bijdr. v. Haarl. (I, 29); J. A. F. Kronenburg, Maria’s heerlijkh. in Ned. (VI, 460, 462); J. F. M. Sterck in N. Ned. Biogr. Wbk. (VIII, 46); C. Serrurier, Descartes (1930, 75 en 266).
Rogier. 2° M a t i a, Servisch tooneelschrijver van nationalistische strekking. * 1818 te Ragoesa. Zijn tijdschrift Doebrovnik ijverde voor taalkundig panSlavisme.
Hoofdwerk: Meirima (1850).