Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 01-04-2019

Baltische staten

betekenis & definitie

Baltische staten - drie staten aan de Oostzee, door den Waranger grenszoom van Rusland gescheiden. Ze vormen een overgangsgebied: Estland en Letland van middennaar N. Europa en Litauen van middennaar O. Europa.

Samen zijn ze 169 000 km2 groot en hebben 5 350 000 bew. (Zie kt. bij Estland.)

Opbouw en reliëf. Het Baltisch gebied vormt den oud-Palaeozoïschen rand der Russische tafel met Precambrischen ondergrond. Van het Archaïsche Fennoscandia is het door de glint gescheiden. De lagen hellen langzaam naar het Z., zoodat in die richting steeds jonger formaties op elkaar volgen van Cambrium tot Tertiair met verschillende stratigraphische hiaten. Uit de dikte der lagen heeft men in den ondergrond drie breede plooiwallen kunnen vaststellen, die synorogenetisch zijn met den Oeral.

De schiervlakte, die hier vóór het Plistoceen gevormd was, is in den ijstijd door glaciale afzettingen bedekt, die naar het Z. dikker worden. Hydrographisch hooren de B.S. tot de Oostzee. Narva, Ema en Pärnu geven de helling van Estland aan en Duna en Memel zijn de hoofdrivieren van Letland en Litauen. Een algemeene trek van het gebied is de rijkdom aan meren.

Klimaat en begroeiing. De B.S. hebben een midden-Eur. overgangsklimaat met in het O. veel continentalen invloed. Het N. karakter komt tot uiting in de korte zomernachten en de donkere, bewolkte winterdagen. Het Balticum is een boschland met moerassen, venen en weiden. Het bosch is het gemengde midden- en N.Eur. woud.

Bevolking. In Estland wonen de Esten, die tot de Finsch-Oegrische taalgroep behooren en in Letland en Litauen resp. de Indo-Eur. Letten en Litauers, die behooren tot de Indo-Eur. taalgroep. Het gebied, dat lang onder Gcrmaanschen invloed stond, is cultureel hoog ontwikkeld, terwijl het gouvernement Kowno een der minst ontwikkelde gebieden van Eur. Rusland was. In de twee N. staten is de meerderheid Luth., in Litauen Kath. De dichtheid van bevolking is in Litauen ruim 40 per km2, in de twee andere staten 20 à 30.

Het heele gebied is agrarisch, maar met verschillend karakter: Estland en Letland zijn geschikt voor veeteelt, Litauen voor landbouw. Door intensieve kolonisatie van het land. door drooglegging en ontginning, door aanleg van wegen en beter gebruik der waterkracht kan hier een hoog ontwikkeld agrarisch gebied gevormd worden. Tegenwoordig moet de houtuitvoer de handelsbalans in evenwicht houden, wat dikwijls leidt tot roofbouw. Een voorname functie van het gebied is die van door- en toegangsland voor O. Europa.

In 1922 ging de helft van den buitenlandschen handel van Sovjet Rusland over de B.S. Aan delfstoffen zijn de B.S. arm, maar een plusfactor der natuur is de rijkdom aan waterkracht. Het land heeft verspreide bewoning. De dorpen, die hier en daar onder Slavischen invloed ontstonden, verdwijnen meer en meer. Groote bevolkingscentra zijn: Tallina, Riga, Pärnu en Kaunas.

fr. Stanislaus. Geschiedenis. Deze staten, dikwijls ook Oostzee-staten of -landen genoemd en die thans de republieken Litauen, Letland en Estland vormen, werden in 1237 door de Duitsche Orde in vereeniging met de Orde der Zwaardbroeders veroverd en gekoloniseerd. De Duitsche adel bouwde er burchten en kasteelen en onderwierp de bevolking. Na den slag bij Tannenberg in 1410 begon de macht der Orde te dalen en ging het verworven gebied allengs verloren. Litauen werd een zelfstandig rijk, nauw met Polen verbonden; de Lijflandsche Orde, die een tijdlang zelfstandig was geweest, werd tusschen 1558—’82 verdeeld tusschen Polen en Zweden; Estland werd in 1561 Zweedsch, terwijl Koerland eenigen tijd een hertogdom is geweest. Bij de gestadige uitbreiding van het Moskousche Rijk, hielden de grootvorsten steeds den blik gevestigd op de B.S., welke met hun ijsvrije havens voor Rusland van groot belang waren.

Inmiddels waren Litauen en Koerland Poolsch geworden, doch Peter de Groote veroverde Lijfland en Estland (vrede van Nijstadt, 1721). Bij de derde deeling van Polen (1795) geraakten ook Litauen en Koerland in Russisch bezit. De B.S. droegen onder Russisch bewind de namen van de gouvernementen: Kowno, Koerland, Lijfland en Estland. Door de verschillende Russische regeeringen werd de Duitsche adel, welke zeer trouw aan den tsaar was en de hoogste en belangrijkste militaire en administratieve posten in Rusland vervulde, zeer beschermd, zoodat het nationale gevoel der inwoners, in het bijzonder der Letten en Esten, voortdurend gekwetst werd.

Het Duitsch bleef naast het Russisch de officieele taal, terwijl de nationale talen onderdrukt werden. Na de Russische hervorming in 1905 kon zich echter de nationale idee der volken der B.S. meer en meer ontwikkelen en werd ook het streven naar onafhankelijkheid sterker, vooral bij de radicale partijen. In 1906 werd een bloedige opstand, welke vooral gericht was tegen den Baltischen adel en waarbij vele landgoederen verwoest werden, uiterst streng onderdrukt. Na den wereldoorlog werden de B.S.

onafhankelijke republieken. zie Litauen, Letland, Estland. v. Son.

< >