Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 01-04-2019

Baloetsjistan

betekenis & definitie

Baloetsjistan - land der Baloetsjen (28° N., 67° O.), oudtijds Mekia, later Gedrosia, in de M.E.: Mekran. Politiek bestaande uit 1° het khanaat Kelat en eenige andere staatjes onder eigen stamhoofden, alle onder Britsche bescherming, en 2° Britsch Baloetsjistan, ten N.O. van Kelat gelegen, in 1879 door Afghanistan aan Engeland afgestaan.

Het beschermde gebied is ruim 200 000 km2 en telt 420 000 inw., het direct bestuurde gebied is 140 000 km2 en heeft ruim 400 000 inw.

Natuurkundig vormt Baloetsjistan een deel van het Iranisch hoogland, uit kalk en zandsteen bestaande, hier en daar door bazalt doorbroken. OostBaloelsjistan vormt een hoog bergland, dat aan de grens van de In dus-vlakte de namen draagt van Soliman- en Kirthargebergte, die door den Bolan-pas van elkaar worden gescheiden.

Klimaat. In den zomer heet en zeer droog: door de hitte van het land brengt de Z.W. moesson weinig regen; in den winter waaien vanuit het koude continent zeer koude N.W. winden naar zee, die weinig regen brengen.

De plantengroei heeft bijna overal een steppenkarakter, gedeeltelijk zoutsteppen. Tegen het bergland in het O. groeien acacia’s en dwergpalmen, welke het materiaal leveren voor matten, sandalen en lucifers.

Hoofdmiddel van bestaan is een nomadische veeteelt van geiten, schapen, kameelen, zeboes: ’s zomers in het gebergte, ’s winters in de vlakten. Bevloeiingskanalen maken eenigen landbouw mogelijk. Uitvoer van veeteeltproducten, wollen weefsels, huiden, tapijten en boter. Invoer van levensmiddelen en industrieproducten.

Handel en verkeer vnl. met Engeland en Br. Indië. De spoorlijnen in het N. hebben alleen strategische beteekenis.

G. de Vries.

< >